|
BEELDTAAL GEWASFORMATIES
Silbury Hill, 29 april 2011. (deel 2)
Silbury Hill formatie één dag na de ontdekking. © Susan Roghair
Oppervlakkig beschouwd geeft de vergelijking tussen de muurschildering en de Silbury Hill
formatie een gelijkenis die ik noch als sterk, noch als zwak, zou willen typeren. Ze
bewijst geen werkelijk overtuigende link tussen de twee, in die zin, dat de gewasformatie
opzettelijk bedoeld zou zijn naar de muurschildering te verwijzen. Maar dat is dus
oppervlakkig bekeken…
Normaal gesproken let men bij een willekeurige vergelijking automatisch op overeenkomstige
beeldaspecten. Die zijn er ook hier beslist, maar er zijn ook nogal wat afwijkingen. Is
men alert genoeg om ook aandacht te schenken aan de verschillen, dan komt men tot een
wonderbaarlijk inzicht! Zo zijn er om te beginnen een aantal typische tegenovergestelde
beeldkenmerken te aanschouwen. Het zijn er minstens vier!
Als eerste is er het opvallende verschil van de draairichting die gesuggereerd wordt door
middel van de bogen die van het centrum uitgaan. In de muurschildering gaat deze richting
tegen de wijzers van de klok in. In de formatie gaat de draairichting met de klok mee.
Dat is dus mooi tegenovergesteld aan elkaar.
Een ander verschil behandelend het aantal kenmerken in de zes parten. In de muurschildering
heb ik slechts twee verschillende types parten gemaakt. Er is sprake van lichtgele en
donkergele parten. De kenmerken zijn dus aangegeven door middel van kleurnuance. De
lichtgele parten heb ik ter verduidelijking het cijfer 1 meegegeven. De donkergele parten
het cijfer 2. We zien dus 3 keer 2 parten.
In de formatie komen we precies het tegenovergestelde tegen. Daar is sprake van 2 keer 3
parten! De kenmerken zijn niet door middel van kleurnuance tot uitdrukking gebracht, maar
door vormtekens. Zo is er het vormteken van wat ik de vervulling heb genoemd. Er is het
vormteken van begrenzing. En, er is het vormteken van de potentie.
De derde tegenstelling is een tikje lastiger te herkennen omdat de muurschildering (nog
steeds) niet helemaal is afgemaakt. Het lullige politieoptreden is uiteindelijk een
demotiverende factor moet ik bekennen. In ieder geval gaat de tegenstelling hier over de
omhullende bogen die de parten vormen. Deze bogen zijn in de muurschildering nauwelijks
iets anders dan dunne lijnen gebleven. De bedoeling was ze nog te verbreden, zoals dat
in het originele ontwerp wel tot uitdrukking is gekomen.
Wat we dan tegenkomen is een buitenkant en een binnenkant aan elke boog. In mijn ontwerp,
als ook in mijn muurschildering, gaan de binnenkantlijnen uit van het exacte midden. Dit
geheel in tegenstelling tot de formatie, alwaar het juist de buitenkantlijnen zijn die van
het midden uitgaan!
De aanvankelijke ontwerpschets.
Begint het politieoptreden mij parten te spelen, of is het soms dat de tegenstellingen mij
parten beginnen te spelen?
Er zijn volgens mij nog twee tegenstellingen aanwijsbaar in de vergelijking. We zien in de
muurschildering een horizontale scheidingslijn. Die is veroorzaakt door de onvolkomen sloop
van het huis dat naast het nog bestaande huis stond. De lijn is in feite de bovenkant van
een overgebleven muur. De foto gehouden naast die van de formatie doet onmiddellijk de
gelijkenis met het tractorspoor inzien die eveneens een rechte lijn vormt die vrijwel door
het midden gaat.
In bovenstaande vergelijking zien we in beide gevallen het middelpunt van de figuur direct
aan de onderkant van de horizontale lijn gepositioneerd. Uit de gewasformatie kunnen we
niet afleiden wat onder of boven is, als er al van zoiets sprake mocht zijn. Het plaatje
van de gewasformatie zouden we daarom met evenveel recht mogen omkeren. In dat geval merken
we dan dat er van een vierde tegenstelling sprake is. Op deze manier blijft het onduidelijk
of we een overeenkomst dan wel een tegenstelling hebben gevonden.
Doch, in de tijd dat ik dit artikel schreef heb ik een droom gekregen die mij doet vermoeden
dat de omgekeerde versie, dus met het exacte midden juist bóven of óp de horizontale belijning,
het meest juist is. Het is louter de intuïtie die mij doet veronderstellen dat de droom
samenhangt met de formatie.
Nog een factor van betekenis is die van de draaiing van de figuur ten opzichte van de
muurschildering. Het mag misschien een overeenkomst heten dat in beide figuren een middellijn
is gevonden, toch moest het natuurlijk weer lukken dat deze lijn in de ene figuur de kortst
mogelijke afstand overbrugt, terwijl het in de andere figuur de langst mogelijke afstand betreft.
Zo hebben we er alweer een tegenstelling bij!
Inmiddels blijkt dat het ontwerp van de Silbury Hill formatie veel meer in relatie tot de
muurschildering kan staan dan we, oppervlakkig beschouwd, hadden verwacht. Dat is op zich een
mooie uitkomst, maar niet alle geheimen van de magie zijn daarmee onthuld. Het spel met de
tegenstellingen is in elk geval heel wat interessanter dan wanneer we enkel een goedgelijkende
kopie van de muurschildering in het koolzaadveld hadden aangetroffen. Ik stel voor nog wat
dieper op verschillende beeldelementen door te gaan.
Eén van de ogenschijnlijk zwakke punten in het ontwerp van de gewasformatie, betreft de plaatsing
van "de binnenkantbogen". De binnenkant van de omhullende bogen is aangegeven door middel van
kromme lijnen. Men zou op esthetische gronden verwachten, dat deze evenwijdig aan de buitenkant
van de bogen behoren te zijn. Dit is althans hoe ik het in mijn eigen ontwerp heb uitgevoerd.
Wil ik uitgaan van de slordigheid of onachtzaamheid van de graancirkelmakers dan is de kwestie
ermee afgedaan. Maar natuurlijk is het zo, dat ik dat niet wil.
Indien er een aannemelijke reden bestaat voor deze niet evenwijdige krommingen, dan ligt het
antwoord in mijn oorspronkelijke ontwerp. Daarin heb ik een geleidelijk verloop van donker naar
licht gecreëerd in de omhullende bogen. Deze accentuering is in een koolzaadveld misschien lastig
te realiseren. De oplossing voor dit probleem kan dan zijn, om een geleidelijk verloop van smal
naar breed te creëren!
In de uitvoering van het ontwerp naar de muurschildering besloot ik om praktische redenen de
geleidelijke overgang in de omhullende bogen achterwege te laten.
Iets wat in de vergelijking van de muurschildering met de gewasformatie nog geen aandacht heeft
gekregen, is dat het zesbladig levenszaad in de gewasformatie, blijkt te ontbreken. Dit is een
opvallend verschil dat enigszins afbreuk kan doen aan het idee dat het Silbury Hill ontwerp op
de muurschildering gebaseerd zou zijn. Maar, nu er zoveel relaties tussen de twee kunstwerken
gevonden zijn, is mijn nieuwsgierigheid voldoende geprikkeld om eens te kijken, of er een
aanwijsbare reden voor bestaat dat we het bloempje niet te zien hebben gekregen.
Het spreekt, hoop ik, voor zich, dat in de verborgen structuur van de formatie het levensbloempje
wel terug te vinden is. De buitenkantbogen hoeven slechts tot volkomen cirkels te worden
doorgetrokken om het te ontdekken. De mogelijkheid om het levenszaad/bloempje te tonen, hoefde
dus niet buitengewoon ingewikkeld te zijn. Het is daarom dat ik, zoekend naar een verklaring,
meer belangstelling heb voor de binnenkantbogen. Ik wil eens kijken wat het doet als ik deze
krommingen tot cirkels doortrek…
Indien we ernaar streven de bloemblaadjes terug te vinden in de overlappende binnenkantcirkels,
dan stuiten we, niet helemaal onverwacht, op de invloed van de 2x3 verschillende kenmerken. De
kenmerken blijken in duidelijke relatie te staan tot de nieuw gevonden bloemblaadjes!
Wat het meeste opvalt, is hoe de twee opvallende punten of ringetjes zich hechten aan twee van
deze bloemblaadjes. Het lijkt me zeer betekenisvol. Ik kom er later op terug.
Om wat beter overzicht te krijgen pluk ik de twee groepen uit elkaar. Zo ontdekken we hoe een
groep van drie verschillende cirkels inhaakt, op een andere groep van drie verschillende cirkels.
Bijna bizar is hoe de drie verschillende kenmerken ons nu attenderen op de mogelijkheid van zes
verschillende cirkels! De toepassing van transparantie, heeft namelijk veroorzaakt dat niet één
van de cirkels nog gelijk is aan een andere…
Zonder rekening te houden met de invloed van de transparantie, behouden we wél de oorspronkelijke
gedachte aan twee keer drie verschillende cirkels. Met andere woorden, er is dan wél drie keer
een dubbele cirkel.
In feite zijn de karakteristieke verschillen zoals thans weergegeven nog niet optimaal. De invloed
van de transparantie mag zijn geweken, men kan toch gevoegelijk aannemen dat de maanvormen slechts
ontstaan zijn door de overlappingen. De cirkels ontdaan van deze invloed zien er dan als volgt uit:
Zoals we nu naar de cirkels kijken is er geen sprake van maansikkels of parten, en evenmin van
bloemblaadjes. Het basismateriaal bestaat slechts uit drie oorspronkelijke elementen. We zijn
daarmee, na heel veel omhaal en vermakelijk genoeg, terug, bij wat in feite in de eerste oogopslag
al te zien was; de drie verschillende en tevens zo prominente kenmerken!
De betekenis van deze kenmerken kan haast niet anders dan van wezenlijk belang zijn. Maar wat mag
het werkelijk zijn dat hier de aandacht opeist? De eerder genoemde associaties; "potentie,
begrenzing en vervulling", voelen, zoals eerder gezegd, aan, als benaderingen. In een poging
dieper tot de betekenis van deze kenmerken door te dringen, wil ik ze ieder apart behandelen.
Het meest tot de verbeelding sprekende kenmerk betreft de cirkel met de stip. De stip is net geen
punt te noemen omdat het hol is. Het is een ringetje dus eigenlijk. Op het eerste gezicht zweeft
het willekeurig door de ruimte ergens binnen in de cirkel. We hebben inmiddels al gezien dat de
positie niet helemaal willekeurig is bepaald. Het ringetje bleek gehecht aan een verborgen
bloemblaadje, of zoals je wilt, de periferie van de naburige cirkel. Meer specifiek, het gedeelte
van de cirkel, dat verborgen was.
Ik heb het ringetje, of het kenmerk in zijn geheel, "potentie" genoemd omdat het vrijwel als een
punt uitzag. Maar in feite zou je ook kunnen zeggen dat het, het potentiestadium al voorbij is.
Zelfs een enkele punt hoeft al geen potentie meer te zijn. Zoals, vergeleken met cijfers, de nul
voor niets, en daarmee, oneindige potentie kan staan, zo zou men het kenmerk "potentie" als een
volkomen lege cirkel kunnen aangeven. Eén enkele punt kan dan gezien worden als een zaad, een
initiatief of begin. Daarop verder geborduurd, wordt het uitdijende zaadje als een eicelletje.
Het begin is dan één fase verder gegroeid tot, zoiets als een ontvankelijke mogelijkheid. Het
zou als het ware bevrucht kunnen worden door het met een punt op te vullen. In dat geval zou
het een kiempje, een kindje of embryootje kunnen voorstellen. Het blijft hier dus bij "een
mogelijkheid".
Betekenisvol acht ik het feit dat elk van de twee ringetjes zich hecht aan de verborgen naaste
cirkel! Dit duidt op niet meer en niet minder dan een verborgen relatie!
Overigens, een andere prikkelende associatie bij het aanschouwen van de twee kleine ringetjes,
elk toegewezen aan twee nauw verbonden cirkels, is die van huwelijksringen! En letten we nu
even op de datum van verschijnen, die is op 29 april 2011. Toen beleefde de wereld het
sprookjeshuwelijk van prins William met burgermeisje Kate!
Het wordt nu al het huwelijk van de eeuw genoemd…
Het koninklijk huwelijk.
Het volgende kenmerk heb ik aanvankelijk begrenzing genoemd. Dit uiteraard op basis van de
nadruk die op de omtrek van de cirkel is gelegd. Dit is bereikt door middel van een bredere
lijndikte ten opzichte van de overige lijndiktes die voor het ontwerp als geheel gebruikt
zijn. Bijzonder daarbij is dat de lijn enkel naar binnen toe is verbreed. Deze cirkel of
grote ring liet zich in de parten aanzien voor een brede boog. Het is omdat de lijn van
het aangrenzende part niet verbreed werd voorgesteld, dat uit dit kenmerk kon worden
opgemaakt, dat de parten beslist als elkaar overlappende cirkels mogen worden opgevat. Let
wel, het is niet cirkels in plaats ván parten, het is zowel cirkels áls parten.
Links: diagram a. Rechts: diagram b.
Deze verbrede lijn treedt op als een bevestiging voor de gedachte dat de parten
overlappende cirkels suggereren, (diagram a) Diagram b is een voorbeeld dat laat
zien hoe de suggestie van overlappende cirkels wordt gereduceerd, indien de
lijndikte voor de gehele maansikkel zou zijn toegepast.
De bredere lijn verhoudt zich ook nog eens op een zeer harmonische wijze met
één type bloemblaadje.(diagram c) Het is zeer goed mogelijk dat de volumes van lijn
en resterende ruimte in het blaadje overeenkomen. (diagram d)
Links: diagram c. Rechts: diagram d.
De dikte van de lijn is een verdubbeling. Het is twee keer zo dik als de
lijn die voor het ontwerp als geheel is gebruikt. Deze verdubbeling herinnert
aan het vorige vormkenmerk, de cirkel met het ringetje. Het is alsof thans
het ringetje is uitgedijt tot aan de uiterste groeimogelijkheid. Met ander
woorden; er is hier een uiterste grens bereikt.
In vergelijk met het kleine ringetje van het vorige kenmerk, is hier sprake van een grote
ring. De tegenstelling groot en klein treedt aldus voor het voetlicht. Daar de ring op zijn
kleinst, hier de ring op maximale grootte.
Teruggrijpend naar de vergelijking met mijn muurschildering moet ik zeggen dat in de aanvang
van mijn ontwerp ik me heb laten inspireren door de graanformatie van Hackpen Hill in het
jaar 2008.
Hackpen Hill, 2008. Photograph © Steve Alexander
Van deze gewasformatie is gezegd dat het, het visuele vermogen behandeld die ons mensen in
staat stelt, om zowel het meest kleine, als het extreem reusachtige, te aanschouwen. Helaas
ben ik niet meer direct in staat te achterhalen wie dit inzicht als eerste heeft ontdekt.
Onderschrijven doe ik het ten volle. Het is een extreem grote formatie terwijl het centrum
wijst op een zeer minutieuze aandacht. Het gaat te ver om er op deze plaats over uit te wijden.
In ieder geval lag deze formatie ten grondslag aan mijn ontwerp. De fijne belijning vond ik te
lastig en onopvallend voor mijn muurschildering. Daarbij wilde ik een duidelijker verwijzing
naar de levensbloem. Omwille van de eerste reden heb ik gedacht ook de fijne scheidslijnen zo
breed uit te voeren als de aanzienlijk dikkere omtreklijn.
Dit derde kenmerk doet in al zijn eenvoud vermoeden dat het de voltooiing betreft van
bewegingen die in de twee vorige zijn behandeld. Het is hier, alsof met het bereiken van de
uiterste grens er nog slechts de mogelijkheid bestaat van invulling. Invulling of opvulling.
Het gaat hier om voltooiing of voltooidheid. De volheid is bereikt.
Nu de drie afzonderlijke kenmerken nader zijn belicht, resteren ons nog een aantal aspecten
aan het graancirkelontwerp die niet, of onvoldoende, zijn behandeld.
Laten we bijvoorbeeld nog eens kijken naar de merkwaardige verdeling. Wanneer de twee groepen
kenmerken niet van elkaar gescheiden zijn zoals ik eerder heb getoond, dan lijkt de
ontwikkelingsloop van klein naar groot en vervolgens voltooid, plaats te vinden in directe
opeenvolging. Dus stapsgewijs van part op part. Aangezien er twee keer drie kenmerken zijn,
gaat de ene stapsgewijze ontwikkeling met de stroom mee, de andere gaat er tegenin.
Wat verder onze aandacht verdient, is hoe de suggestie van beweging of draaiing wordt bereikt
in een statisch kunstwerk dat een tekening nu eenmaal is. Zoals het onderstaand diagram toont,
dienen we onderscheid te maken tussen de lijnen en de vlakken.
Ik heb ervoor gekozen om de lijnen van het middelpunt te laten vertrekken, aangezien alles
begint met een punt. Omdat de lijnen van de cirkels, althans puur visueel genomen, ophouden
bij de ontmoeting van een naburige cirkel, ontstaat de typische vortex-achtige indruk. Hoewel
de lijnen misschien van het midden uit naar buiten toe bewegen, lijkt de figuur in zijn geheel
tegen de wijzers van de klok in te draaien.
Overigens hoeft men niet per se de lijnen van binnen naar buiten te zien draaien. Het
omgekeerde is evengoed mogelijk. Toch blijft de figuur in zijn totaal tegen de wijzers van
de klok ingaan. Dit komt door de illusie van bollingen die ontstaan door de onvoltooide
cirkellijnen. Het is alsof we krachtuitstortingen of -inwerkingen waarnemen die, bijvoorbeeld,
doen denken aan de bolle zeilen van een zeilschip of een gestroomlijnde auto in de windtunnel.
De figuur mag dan misschien tegen de wijzers van de klok in lijken te draaien, er is daarentegen
ook een zienswijze mogelijk die ons vertelt dat de natuurlijke beweging juist met de klok meegaat.
Dit heeft te maken met opeenvolging.
Stel de cirkels of schijven eens voor als munten. De meest onderliggende munt geeft dan
natuurlijk het begin aan. Het begint met één munt. Dan wordt daarop een tweede munt gelegd,
de vorige half bedekkend. Dit is de opeenvolging. De tweede munt vertegenwoordigt het nieuwe.
De eerste munt het oude. De tweede munt wordt uiteraard ook weer opgevolgd, en dat gaat zo
verder, totdat zelfs de eerste munt een voorgaande vernieuwer opvolgt…
Dit idee van opeenvolging is mij zeer krachtig gedemonstreerd middels de gewasformatie van
Avebury, 8 mei 2008. (zie
het betreffende artikel)
Om één en ander in een wat duidelijker perspectief te plaatsen is het goed om in te zien
dat er in de formatie dus sprake is van twee, vrijwel identieke, ontwikkelingen. We zien
mogelijk twee huwelijken. Eén linksom, de ander rechtsom. Afhankelijk van wat we als
de natuurlijke stroomrichting beschouwen, gaat de ene ontwikkeling tegen de stroom in en
de andere, met de stroom mee.
De twee ringetjes mogen de gedachte aan huwelijk gewekt hebben terwijl de verschijningsdatum
dit idee mag onderschrijven, toch is het curieus, dat het koninklijke huwelijk slechts met één
huwelijksring werd bezegeld...
The wedding ring.
De gedachte aan twee huwelijken is minder gezocht dan het misschien lijkt wanneer we begrijpen
dat er nog een koninklijk huwelijk is voltrokken een maandje of twee later. Het betrof het
huwelijk tussen Prince Albert en Charlene Wittstock dat in Monaco plaats vond. Ook op deze
huwelijksdag werd een nieuwe gewasformatie gevonden. Wat mij betreft een uitermate geslaagd
embleem voor een huwelijk. Het is niet moeilijk om er twee elkaar omarmende mensen in te zien.
Barbury Castle, July 2nd 2011 © Oliver Morel.
Nog een andere opmerkelijke tweedeling verdient de aandacht. Wat te denken van de scheidslijn
die door het tractorspoor gevormd is? Deze lijkt min of meer parallel te lopen aan de twee
kenmerken met de verdubbelde grenslijn… Het is dit tractorspoor die de kleine kenmerken scheidt
van de voltooide kenmerken, zoals in feite de twee breedlijnige kenmerken dit ook doen. De
"disharmonische" verdeling komt dus nog eens extra onder de aandacht.
Dit komt op mij over als een typisch kabbalistisch element. Ik verwijs daarbij naar de zuilen
Boaz en Jachim, ook wel de zuilen van evenwicht genoemd.
Tot hier aan toe ben ik vooral ingegaan op de vergelijking van de muurschildering met de
koolzaadformatie. Daarbij heb ik tevens de achtergrond belicht van het hoe en waarom van
mijn schilderactie, maar voor de rest bleef de beschouwing voornamelijk technisch analytisch.
In dit tweede deel heb ik die technische analyse verder uitgebreid, en al doende, een link
kunnen leggen met het idee van koninklijk huwelijk of koninklijke huwelijken.
Genomen als een modelhuwelijk brengt een koninklijk huwelijk ons waarschijnlijk dichter bij
de bedoelde betekenis van de formatie. De beschouwing van het huwelijk kan meer behelzen
dan enkel vol verwondering staren naar de pracht en praal van de ceremonie. De gewasformatie
helpt nadenken over vernieuwing op het relationele vlak.
In geval van een koninklijk huwelijk zal het duidelijk zijn, dat er
een grote machtsfaktor bij komt kijken. Zoals ik het aanvoel, behandelt de formatie juist
deze combinatie. Het huwelijksideaal en de machtsbasis die het vormt met betrekking tot
maatschappelijke verhoudingen. Het is hopelijk niet moeilijk in te zien dat, indien de mens
verlangt naar een leefomgeving waarin de verhoudingen harmoniëren, de duurzame
menselijke verbindingen op een juiste grondslag moeten berusten.
Vernieuwing op het relationele vlak.
terug naar graancirkelonderzoek
overzicht-pagina
|